Ultieme Liefde
Ze keek naar buiten vanuit haar riante appartement op de begane grond van de voorste van een drietal flats aan het water, wachtend op het vervolg van het gesprek met de schrijver over “Almere Mijn Thuis” voor Suburbia.
Louise Gregoire was gelukkig in en met haar woning. Uitzicht over het IJmeer, een strandje aan de achterkant, talloze konijntjes in het gras en stilte. Een rustplek in haar huidige bestaan al hield ze er niet van om langer dan een dag alleen te zijn.
Ze was een uur geleden thuis gekomen van de golfbaan, waar ze haar mannetje stond, of… moet je tegenwoordig vrouwtje of mensje zeggen? Omdat het haar te lang duurde tot de schrijver arriveerde, liep ze naar buiten om te kijken waar hij bleef.
De schrijver kwam en keek naar Louise die hem stond op te wachten. Hij had haar een week eerder al gesproken.
Fragiel en sterk, kwetsbaar, maar hard voor zichzelf. Verdriet en blijdschap ineen. Een mooie vrouw met een impressief, getekend gelaat. Tekening, niet van ouderdom, maar door levenservaring en een voortdurend actief leven. De witte, af en toe zacht dansende haren, bekroonden haar karaktervolle gezicht. Louise’s blik zei genoeg. Ze wilde praten, vertellen, delen en meedoen.
De charmante tongval van de tachtigjarige Zuid-Limburgse en haar zorgzame gedrag droegen er toe bij dat de verteller niet anders kon dan vanaf het eerste moment van haar houden. Wat een mooi, lief en bijzonder mens.
Ze liepen naar binnen.
“Wil je koffie, thee of iets anders?” vroeg Louise.
“Thee, alsjeblieft”, was zijn antwoord.
Louise liep naar de keuken.
De schrijver keek om zich heen. Hij zag stilistische, abstracte beelden en enkele schilderijen die Louise had gemaakt. Geduld en intensiteit spraken uit de verschillende werken.
Louise kwam met twee bekers naar de keukentafel. De bekers waren gevuld met heet water en een theezakje. Toen ze vond dat de thee sterk genoeg was, probeerde ze met haar zogenaamde vuurvaste vingers de theezakjes er uit te wippen. Eentje stribbelde meermaals tegen, dus daar kwam na een aantal vergeefse pogingen een lepeltje aan te pas.
Het gesprek dat ze voerden was niet alleen in tekst, maar ook in vorm en interactie een vervolg op het eerste gesprek. Ze hadden elkaar zoveel te vertellen en de ontmoeting bleek veel meer te zijn dan een interview voor een goed verhaal. Het gesprek golfde op en neer en ze sprongen van de hak op de tak, maar een verhaal was het en een verhaal werd het.
Louise is een meisje uit Geleen, geboren in 1938, vlak voor de oorlog. Via vele omzwervingen kwam ze met haar man in Almere terecht. Omzwervingen die vanaf 1977 te typeren zijn met de quote “Het bier achterna”, maar dan anders dan de lezer wellicht in eerste instantie zou denken.
Louise vertelde dat ze sinds 2001 in dit appartement woonde. In 1994 was ze met Peter, haar man, naar Almere verhuisd, omdat hij een internationale functie kreeg bij Heineken en derhalve vaak vanaf Schiphol naar ergens in Europa moest vliegen om brouwerijen te bezoeken.
Ze gingen in de Stedenwijk van Almere wonen. Helaas overleed Peter op jonge leeftijd in 1998. Ze woonden toen drie-en-een-half jaar in Almere. Na nog eens drie-en-een-half jaar verkocht Louise het huis in de Stedenwijk en verhuisde naar het comfortabele appartement vlakbij jachthaven Marina Muiderzand.
Peter werkte vanaf zijn vijftiende ondergronds in Staatsmijn Maurits1 te Lutterade. Van meet af aan doorliep hij cursussen om hogerop te komen. Hij voldeed zijn dienstplicht als marinier en keerde daarna terug naar Staatsmijn Maurits
In 1964 leerden Louise en Peter elkaar kennen tijdens een autorally. Exact een jaar later werd er getrouwd. Louise werkte toen in een boekhandel in Geleen. Omdat ze in haar ogen niet snel genoeg zwanger werd, begon ze aan een opleiding voor schoonheidsspecialiste.
In 1967 werd Peter opzichter in de Staatsmijn, maar in dat zelfde jaar werd Staatsmijn Maurits als eerste mijn gesloten, tot grote opluchting van Louise.
Na de sluiting van de mijn kreeg Peter het aanbod van Staatsmijnen om werktuigbouwkunde te gaan studeren aan de HTS. Een kans die hij met beide handen aangreep. In die tijd woonden ze in Geleen. De omscholing duurde twee jaar. Het beviel Peter zo goed dat hij naar de TH in Eindhoven ging om verder te studeren. Louise opende in die tijd haar schoonheidssalon in Geleen. De opleiding tot schoonheidsspecialiste was zo effectief dat ze zwanger werd. In 1970 werd hun zoon geboren.
Het stel verhuisde in 1973 naar Brummen. Toen Peter anderhalf jaar later een baan kreeg in Emmen, verhuisden ze naar het Drentse Borger. De schoonheidssalon werd eerst voortgezet in Brummen en daarna in Borger. In Geleen liep de salon als een tierelier, maar in Brummen en Borger kwam die niet echt van de grond. Toen Louise veel later in Nigeria de enorme verschillen zag tussen de weelde van de salon en de armoede daar, besloot ze definitief te stoppen met haar werk als schoonheidsspecialiste. Niet dat daardoor iets veranderde, maar voor haar gevoel vond ze dat het niet klopte.
In 1977 kreeg Peter een betrekking bij Heineken. Zo begon een tijd waarin het stel dan weer hier en dan weer daar woonde. Na Borger woonden ze eerst in Lagos de hoofdstad van Nigeria en vervolgens in Odoorn, Helvoirt, Burlington (Canada), Singapore en Noordwijk. Zeventien jaar later, vanaf september 1994 woonden ze in Almere.
Hun reislust werd door al deze avonturen gestimuleerd en ze bezochten in hun vakanties zo’n veertig landen over de gehele wereld. Louise is ook na 1998 nog vaak op reis gegaan, zoals naar Antarctica, wat een heilzame vakantie was voor geest en lichaam.
“Peter is veel te vroeg overleden”, zei Louise tegen de schrijver. Het verdriet en het gemis sloegen diepe wonden en lieten voelbare littekens na. Nog steeds, zoals meermaals blijkt uit haar woorden.
Louise zei: “Hij was de perfecte man voor mij.” In die ene zin en in de manier waarop ze het vertelde, proefde je het gemis, maar ook onnodige bescheidenheid, alsof zij minder perfect was geweest voor hem, maar dat kon geenszins het geval zijn geweest als je de foto’s zag in het boek dat ze speciaal voor hun enige zoon over haar man heeft geschreven.
Louise’s zoon woont met zijn vrouw en met Louise’s kleinzoon in New York. Ze ziet hen niet vaak, vindt dat een groot gemis, maar gunt hen hun bijzondere leven van harte.
Vanaf 1998, het jaar waarin Peter overleed, was Louise zeer uithuizig. Ze kon haar draai in haar eentje niet vinden. Toen ze in 2000 in Antarctica was, kwamen de emoties terug die ze tijdens Peters laatste jaar in een denkbeeldige kast had gestopt. Vanaf dat moment begon ze meer en meer haar weg te vinden in Almere. Dankzij nieuwe vrienden in Almere ontdekte ze Eindig Laagland, Aldichter en het vrijwilligerswerk in Almere. Deze activiteiten en de aanloop naar het nog te bouwen appartement hielpen haar om haar leven opnieuw in te richten.
Louise werd steeds actiever in Almere, vooral nadat ze in 2003 in contact was gekomen met woonzorgcentrum Archipel4 in de Literatuurwijk. Men had haar gevraagd om eens per week de krant voor te lezen, maar na de eerste keer had ze de “luisteraars” gevraagd of ze het wel zinvol vonden, omdat al dat nieuws al op televisie was geweest. Ze stelde voor om samen te zingen en zo ontstond een koor van ouderen die in de Archipel woonden. Na acht jaar wilde ze wat anders en anderen zetten het koor voort. In de Archipel zingen ze nog steeds, bijna iedere vrijdag.
In 2000 vroeg iemand van Waterlandse tuinen of enkele van haar beelden geëxposeerd mochten worden. Ze had geen idee hoe ze bij haar terecht waren gekomen en dat weet ze nog steeds niet. Toen de expositie werd geopend bleken tot haar verrassing gedichten van de Almeerse kunstenaar Hein Walter2 bij haar beelden te staan. Zo ontstond een vriendschap voor het leven tussen deze twee, cultuurlievende Almeerders.
Hein Walter vroeg haar voor verschillende projecten als vrijwilliger, zowel in Almere als in andere steden. Het paste Louise uitstekend, omdat ze al vanaf haar vijfendertigste vrijwilligerswerk deed.
In 2009 werd ze op verzoek van Hein Walter secretaris van de stichting Zijderups3, omdat er een stichting met een bestuur nodig was om subsidie en andere middelen te verkrijgen. Middelen, die in combinatie met vele uren vrijwilligerswerk, werden besteed om talloze ouderen te activeren creatief bezig te zijn en kunst te maken. Het accent lag daarbij op het begeleiden en activeren van dementerende ouderen. De functie van secretaris was voor Louise niet genoeg, daarom is ze ook als vrijwilliger actief voor projecten van Zijderups.
Naast haar culturele vrijwilligerswerk vult deze Duracell-grootmoeder en bevlogen kunstenares haar dagen met fietsen, golf, piano spelen, bridge, zwemmen, Tai Chi, lezen en vrijwilligerswerk voor onder andere Vis à Vis. Louise is lid van het Grootkoor Amsterdam dat optreedt in het Concertgebouw te Amsterdam. Vervelen doet ze zich zeker niet.
Vanaf 2000 heeft Louise gaandeweg van Almere haar thuis gemaakt en is ze een echte Almeerse geworden.
De klaterende waterval aan liefde die ze betoont aan haar man Peter tijdens het gesprek, maakten het de schrijver af en toe knap moeilijk. Hij las een tweetal stukken uit het boek over Peter. Het boek dat Louise schreef voor haar zoon. In het laatste hoofdstuk vertelde ze haar zoon waarom ze het voor hem geschreven had.
De schrijver moest meer dan eens slikken en voelde de eerlijke emotie aan de andere kant van de tafel.
Louise Gregoire, een Almeerse met een mengeling van uitersten, die het ene moment samen-smelten om vervolgens afzonderlijk en expressief naar voren te komen. Ze is vrolijk, actief en positief, maar heeft soms oprecht intens verdriet. Verdriet dat er mag zijn, want ze mist Peter. De manier waarop Louise dat doet en beleeft, is een onvoorwaardelijke en hartstochtelijke uiting van ultieme liefde.
8 gedachten over “Ultieme Liefde”
Kranige en boeiende vrouw. Weer prachtig geschreven Folkert, ik lees jouw verslagen graag.
Zainab.
Dankjewel
dag Folkert, wat een mooi en ontroerend verhaal, dank je wel
Dankjewel. Louise is een koningin.
Prachtig geschreven. Zeer bijzondere en boeiende vrouw is Louise
Dankjewel.
Louise is een koningin.
Heb je verhaal opnieuw gelezen Folkert. Ik blijf er bij, dat je verhaal mij roert door de manier waarop jij me beschreef. En ik ben verguld met bovenstaande reacties. Dank.
Je verdient het verhaal dat je verteld hebt. Ik ben blij dat ik het heb mogen schrijven.