Ik ben een Havenaar
We zochten nog één geïmmigreerde Almeerder die op deze woensdagmiddag zijn of haar verhaal over Almere wilde vertellen. We hadden nog een uur over, maar geen verteller. Ik dacht te weten wie een mooi verhaal zou kunnen vertellen en liep Corrosia uit, sloeg linksaf en liep na een tiental seconden binnen bij mijn kapper. Nou ja, kapper? Laten we zeggen de manager en drijvende kracht achter de zaak de afgelopen twintig jaar. Hij was niet in de kapperszaak, maar thuis. Daar nam ik geen genoegen mee. Zijn zoon, die hem inmiddels grotendeels heeft opgevolgd, belde hem en ging hem halen. Zo kwam het dat de te vroeg wel en niet gepensioneerde Gilbert Gerth twintig minuten later aan kwam lopen en wij gezamenlijk van de bibliotheek naar café Roest liepen.
Roest4 is een grand café in gebouw Corrosia2 in Almere Haven, waar sinds enkele jaren de bibliotheek gevestigd is. Corrosia3 is een gebouw uit 1979, dat in de eerste vier decennia van Almere gebruikt werd en nog steeds gebruikt wordt door diverse organisaties, waaronder de gemeente Almere, een woningbouwvereniging, welzijnsstichtingen en culturele organisaties. De Roestbak, het eerste echte theater in Almere, is onderdeel van Corrosia. Tegenwoordig heet de Roestbak helaas Theaterzaal Corrosia.
Gilbert is groot, breed, nogal afgetraind en heeft een niet aflatende, vrolijke grijns op zijn gezicht onder een goed verzorgd, gemillimeterd kapsel. Hij vertelt dat hij in 1982 met zijn ouders van Uithoorn naar Almere verhuisde. Hij was toen tweeëntwintig. Zijn moeder had, voor ze naar Almere verhuisden, een kapsalonnetje aan huis in Uithoorn en zijn vader werkte in de horeca op Schiphol en bleef dat doen toen ze naar Almere verhuisden.
Toen ze pas in Almere woonden, vatten ze het plan op om een bar bistro over te nemen in Fuengirola in het uiterste zuiden van Spanje.
Gilbert: “Ik deed de hotelschool in Amsterdam. Letterlijk en figuurlijk leek een zonnige toekomst voor ons weggelegd, maar helaas. De cijfers klopten niet. Het was pure oplichterij. Mijn ouders hebben de aanbetaling verloren, maar meer niet. Ze namen hun verlies en zaten niet bij de pakken neer.”
Zoals te doen gebruikelijk maken Gilbert en ik een aantal zinloze, alleen door ons begrepen grappen over oplichters en Spanje, voor we weer verder gaan. Dit type intermezzo komt gedurende het gesprek nog een aantal keren terug en kan voor omstanders nogal verwarrend zijn.
Gilbert zegt: “Mijn moeder was kapster, zoals ik al zei. Ze kon in december 1984 een kapsalon beginnen in Almere Haven. Ze nam drie kapsters aan, wat gedurfd was, maar het liep het zo goed dat ze kappers en kapsters aan kon blijven nemen. Er was in die tijd nog weinig concurrentie. De enige andere, tevens eerste kapper van Almere, zat op de Kerkgracht in het centrum van Almere Haven. Mijn moeder had haar eerste kapsalon in de Houtstraat, tegenover de inmiddels gesloopte school voor moeilijk lerende kinderen, De Haven.”
We praten kort over de ups en downs van het centrum van Almere Haven.
“Er kwam leegstand in het centrum”, zegt Gilbert. “Wij hadden er niet veel last van. Ik kwam in de zaak, omdat mijn moeder wilde blijven knippen en de zaak door bleef groeien. Ze had iemand nodig om haar te helpen. Ik had de hotelschool afgemaakt en werkte als vertegenwoordiger voor cosmetica.”
Als gevolg van dit boeiende beroep, dat zo ‘goed’ bij Gilbert past, rollen er weer wat grappen over tafel, voordat Gilbert verder gaat: “Mijn moeder zei: ‘Kom mij helpen.’ Niet lang daarna werd de zaak een VOF en kwam ik als vennoot in de zaak. Dat was in 1987.” Vanaf dat moment ken ik Gilbert. In die tijd werkten er veel kappers en kapsters in de populairste kapperszaak van Almere. Je kon binnenlopen zonder afspraak, maar het was soms geen doen. Een afspraak maken was wijzer.
“Mijn zus, Nicole, ging na haar middelbare school naar de kappersdagschool in Amsterdam en heeft daar haar eerste kappersdiploma gehaald. Later ging ze naar de kappersacademie in Rotterdam”, zegt Gilbert. “Ze had betaald voor een heel jaar, maar hield het niet vol. Ze liep stage bij ons op de werkvloer sneller beter dan op school. Omdat ze voor een heel jaar betaald had, ging ik er naar toe in de illusie dat ik kapper zou kunnen worden, maar ik hield het nog geen maand vol. Ik heb overigens aan die tijd wel een vreselijk trauma overgehouden. Een trauma waar ik nog iedere dag en vooral ’s ochtends mee geconfronteerd wordt.”
Je voelt de grap aan komen, maar hij blijft leuk, al was het maar om de manier waarop Gilbert het vertelt. Het trauma wordt met een ernstig gezicht ingeleid en de woorden rollen met een sombere stem uit zijn mond, tot en met de clou.
“Daar heb ik mijn vrouw ontmoet”, zegt Gilbert droog. “Ik moet je heel eerlijk zeggen dat ik stikjaloers op haar ben, want ze is met mij getrouwd. Nog steeds. Het is overigens wel fijn dat ze er nu niet bij is, want zij is nog veel cynischer dan ik.”
Jolanda en Gilbert hebben elkaar ontmoet op een feest in Rotterdam en spraken na een bijzonder leuke avond weer af. Die voor het stel allesbepalende date vond plaats in het Americain in Amsterdam. “Kwestie van stijl”, zei Gilbert. “Het was gezellig en we hebben elkaar gezoend. Ik heb tegen haar gezegd: ‘Ik heb je nu gezoend, dan moeten we maar gaan samen wonen.’ Een week later woonden we samen, boven bij mijn ouders.” Mooie stoere praatjes die passen bij Gilbert, een vrije vogel, met zo te horen een echtgenote die hem prima kan hebben.
Gilbert gaat verder: “Na een jaar verhuisden we met zijn tweetjes naar de Korte Promenade in Almere Stad. Zij werkte bij het UWV in Rotterdam. Na ongeveer drie jaar kochten we een huis in de Muziekwijk en raakten we zwanger. Onze zoon Ruben werd geboren. Na de zwangerschap kreeg Jolanda sarcoïdose. Ze kon niets meer. We verhuisden naar een appartement in de Kruisstraat in Almere Haven, omdat het een gelijkvloerse woning was. Ze had anderhalf jaar nodig om te herstellen. Ik heb veel respect voor de manier waarop zij met die ziekte is omgegaan en hoe ze er uit is gekomen. We konden twee jaar later weer een gewoon huis kopen en zagen een prachtige woning op de Nijvergouw. Daar wonen we nog steeds, met veel plezier.”
We praten over Almere als thuis. In plaats van over zijn eigen Almeerse thuis te beginnen vertelt Gilbert over een jonge Syrische kapper, een vluchteling die ze hebben opgevangen. Gilbert: “Zijn gehele gezin is omgekomen. Zijn ouders wonen in Duitsland en zijn broer woont in Australië. Hij is in alle opzichten ver van thuis.” De vergelijking met “Almere mijn Thuis”, is meedogenloos.
“Het was een geweldige kapper”, zegt Gilbert. “Hij knapte helemaal op, ondanks de onvoorstelbare ellende en het grote verdriet. Op een gegeven moment is hij naar Almelo verhuisd. Of hij nog kapper is, weet ik niet, maar hij is in ieder geval tolk voor het COA, misschien doet hij dat naast zijn werk als kapper.”
De kapperszaak van de familie Gerth is net een kat met zeven levens. De zaak is en aantal keren doorgestart. De concurrentie is tegenwoordig heftig en doelgroepen veranderen snel. Het gaat er volgens Gilbert niet om hoe vaak je valt, maar hoe vaak je op weer op staat. Zijn zoon is nu eigenaar van de kapsalon, die nog altijd de naam Gerth Coiffures1 draagt.
“Ben jij een Almeerder?”, vraag ik Gilbert.
“Ik ben meer een Havenaar dan een Almeerder”, antwoordt Gilbert. “Ik voel me ook geen Nederlander. Ons bedrijf is altijd gevestigd geweest in Almere Haven en daar wonen we. In Haven is de altijd al vriendelijke mentaliteit weinig veranderd. Mensen komen regelmatig een kopje koffie drinken in de zaak, omdat het gezellig is. Niet om hun haar te laten doen. Het is etnisch wel veranderd en kleurrijker geworden. Als je je daar voor openstelt, blijkt het een verrijking te zijn.”
Over het thuisgevoel zegt Gilbert tenslotte: “Mijn vrouw en ik zijn de hele dag onder de mensen en we zijn heel sociaal, maar buiten de werktijden zijn we graag op ons zelf, als gezin. Op onze eigen manier, voelen wij ons thuis in Almere.”
2 gedachten over “Ik ben een Havenaar”
Wie heeft dit geschreven? ??
Ik.