Ik wil hier weg!

Ik wil hier weg!

Addie woonde met haar ouders in Almere Hout1, dat wil zeggen in het begin, zoals nog zal blijken. Na de verhuizing van Mechelen naar Almere was ze maar twee keer terug geweest naar het dorp in het Zuid-Limburgse heuvelland waar ze was opgegroeid. Het contact met haar vriendinnen was verwaterd. Appen en snapchatten, maar dat begon na een tijdje te vervelen en zo raakte ook daar de klad in. Ik wil hier weg en ik ga hier weg, had ze dagelijks gedacht.

weg
Mechelen, Zuid-Limburg

Haar vader had promotie gekregen en ging werken op het hoofdkantoor van een grote bank in Amsterdam. ‘Het verdient bijzonder goed’, had ze haar vader tegen haar moeder horen zeggen. Die was in de zevende hemel, niet vanwege het geld, maar omdat ze uit Amstelveen kwam en weer in de buurt van haar vriendinnen ging wonen. Wat hun dochter er van vond? Ach, die was nog jong en zou binnen de kortste keren nieuwe vrienden en vriendinnen hebben, was hun gedachtegang.

Na de basisschool was Addie naar een middelbare school in Maastricht gegaan waar ze veel vrienden had. Ze haalde hoge cijfers en was leergierig. Twee keer per week had ze na school een uur pianoles in Maastricht. In het weekend ging ze uit in Mechelen of in Maastricht, meestal met haar vriendje Sjeng, waar ze het stiekem al een paar keer mee had gedaan. Sjeng zat in een parallelklas en was in haar ogen een lieverd. Haar ouders dachten daar heel anders over.

Addie had een paar keer geprotesteerd tegen de verhuizing. Ze had voorgesteld dat ze bij haar oom en tante in Margraten kon gaan wonen, of op kamers bij een vriendin uit haar klas, want die woonden in een gigantisch huis op vier kilometer van de school en dichtbij het centrum. Wat ze ook probeerde, haar ouders gingen er niet op in.
Ze was vijftien toen ze in maart verhuisden naar Almere Hout, ver van de andere stadsdelen en van het centrum. Uitgaan was bijna onmogelijk, vooral omdat haar ouders van mening waren dat het in deze omgeving veel onveiliger was dan in Zuid-Limburg.

Tegen haar zin belandde Addie op een middelbare school in Almere Stad waar ze zich niet thuis voelde. De goede resultaten die ze in Maastricht haalde, verdwenen als sneeuw voor de zon en ze bleef zitten in vier vwo. De schoolleiding raadde haar ouders aan om haar verder te laten gaan in vier havo. Haar ouders beenden, na een gesprek van amper een kwartier, boos de kamer van de directeur uit. Het gevolg was dat de ellende voor Addie nog groter werd. Haar ouders kozen zonder overleg een school in het Gooi. Addie was woedend, maar halverwege de vakantie besloot ze keihard te gaan studeren om zo snel mogelijk haar diploma te halen. Daarna wilde ze in Maastricht gaan studeren. Het maakte haar niet uit welke studie. Ze moest en zou terug naar Zuid-Limburg. Weg uit Almere.

Addie vond het een rare school. De docenten praatten bekakt en de meeste leerlingen deden niet voor hen onder. Het ergste van alles was, dat de docenten haar consequent bij haar officiële voornaam aanspraken, Adeline. Behalve haar ouders, noemde iedereen die haar kende haar Addie. Gelukkig deden haar klasgenoten dat ook. Ze vonden haar Limburgse accent grappig. Haar prachtige roodoranje haar en groene ogen maakten haar al snel populair bij de jongens. Die kregen echter geen kans. Addie had nog steeds contact met Sjeng. Ze hadden afgesproken om elkaar in de herfstvakantie te ontmoeten. Addie’s ouders hadden er mee ingestemd dat ze een week bij haar familie in Margraten mocht logeren, tenminste, dat dacht Addie.

Het enige, echte plezier dat overbleef, waren de pianolessen en danslessen. Twee tot drie keer per week deed ze ballet, spitzen en moderne dans. Thuis oefende ze voor de spiegels die haar vader in een lege kamer had laten aanbrengen en in een serre stond een kostbare vleugel waar ze graag op speelde.
De meiden en de twee jongens van haar groep op de dansschool waren aardig en ze vormden een hechte groep, maar alleen tijdens en rond het dansen. Op die momenten vergat Addie dat ze in Almere woonde.

Een week voor de herfstvakantie werd ze zeventien. Tot haar afgrijzen kreeg ze een in haar ogen desastreus cadeau.
“We gaan in de herfstvakantie een weekje naar Zuid-Afrika”, had haar vader gezegd.. “Speciaal voor jouw zeventiende verjaardag.”
“Ik ga naar Margraten”, was Addie’s stellige reactie. “Dat was de afspraak.”
“Doe niet zo ondankbaar”, reageerde haar moeder. “We hebben Margraten afgezegd, maar dat mocht jij niet weten. Dit is toch een geweldige verrassing.”
“Nee’, zei Addie. “Het is geen geweldige verrassing. Het is een tyfus teleurstelling. Kutouders. Wanneer luisteren jullie eens naar mij. Ik wil naar Limburg. Daar kom ik vandaan en daar wil ik zijn. Daar zijn mijn vrienden. Ik wil hier weg.” De laatste vier woorden had ze met stemverheffing en staccato uitgesproken.
“Op deze manier praten wij niet met elkaar”, zei haar vader. “Ga maar huiswerk maken op je kamer en als je er aan toe bent, kom je terug om je excuses te maken.”
Addie rende woedend weg, draaide zich bij de deur om, stak haar middelvinger op, liep door en trok de deur met zo’n harde klap achter haar dicht, dat de schilderijen die er naast hingen heen en weer schommelden.
Addie’s moeder zakte in een stoel en begon te huilen. “We willen en we doen het beste voor haar”, snikte ze. “Waarom begrijpt ze dat niet?”
Haar man zei: “Pubergedrag. Gaat wel weer over.”

Een uur later was het etenstijd, maar Addie kwam niet.
“Waar blijft Adeline?”, vroeg haar vader aan haar moeder.
Die zei: “Ik ga haar wel halen.” Ze liep naar de kamer van haar dochter en opende de deur. Geen Adeline. Douche, toilet, andere kamers, maar waar ze ook keek, haar dochter was nergens te bekennen. In paniek rende ze naar haar man. “Ze is weggelopen”, riep ze.
Haar echtgenoot zuchtte eens diep en liep naar zijn vrouw. “Geen paniek. Ze is ergens buiten. Ik vind haar wel.” Hij liep naar buiten, keek in de garage en zag dat Adeline’s fiets weg was. Na nog een diepe zucht wilde hij zijn fiets pakken, zag dat de voorband leeg was en greep met toenemende irritatie de fiets van zijn vrouw.

Addie’s vader fietste meer dan een uur door de omgeving. Hij reed langs de Hoge Vaart, de golfbaan, de Kemphaan en de Stadsboerderij. Hij zocht overal, maar nergens was zijn dochter te bekennen. Ondertussen kreeg hij zere benen, omdat het zadel te laag stond. Hij was zijn telefoon vergeten en het begon te schemeren, daarom besloot hij huiswaarts te keren. Toen hij de oprit opreed, kwam zijn vrouw hem al tegemoet. Ze zei: “Adeline heeft gebeld. Ze zegt dat ze alleen terugkomt, als ze naar Margraten mag en niet naar Zuid-Afrika hoeft. Het zal wel om die jongen gaan. Die zoon van Smeets. Je weet wel die jongen die in dat bandje speelt en al twee keer is blijven zitten.”
“Waar is ze?”, vroeg haar echtgenoot, zonder te reageren op wat ze had gezegd.
“Dat wil ze niet zeggen.”

weg
De Groene Kathedraal

Ze zat op de grond tussen de bomen van de Groene Kathedraal3, een kunstwerk van populieren vlakbij de Hoge Vaart. Met de populieren was de vorm van de kathedraal van Reims nagebootst. Addie had haar vader aan zien komen rijden, maar hij had haar niet gezien, omdat ze plat op de grond was gaan liggen. Mooi niet, had ze gedacht. Nadat hij voorbij was gereden en buiten zicht was, had ze haar moeder gebeld.

Addie’s vader zette de fiets tegen de garagedeur, liep naar binnen, pakte zijn telefoon en belde Addie. Ze nam op, maar kreeg geen kans om iets te zeggen. Haar vader zei: “Je kunt terug komen en je gedragen, of je blijft maar weg.” Hij hing direct op en kreeg de volle lading van zijn vrouw over zich heen.
“Hoe kun je dat nu doen? Wie weet waar ze is? Er loopt allerlei vreemd volk rond. Bel haar nog een keer.”
“Wacht nou maar”, zei hij rustig. “Ze heeft geen keus.” En zo was het. Op dat moment had ze geen keus. Een uur later was ze teruggekomen, maar de houding van haar ouders bleef niet zonder gevolgen.

Na de herfstvakantie, die ze gelaten had ondergaan zonder ook maar een stap meer te zetten dan nodig was, had ze aangepapt met een paar jongens op school. Binnen de kortste keren had ze meerdere vriendjes, begon ze wiet te roken en doken de cijfers weer naar beneden. Na een paar maanden kwam ze tot de conclusie dat ze haar doel op deze manier niet bereikte, maar het leed was al geschied. Haar ouders werden op school ontboden en kregen een litanie aan klachten te horen over haar gedrag, over drugsgebruik en over ruzie met een docent. Hun dochter was niet meer welkom op de school. Addie’s moeder was razend op de school en op Addie, maar haar vader dacht slechts na over de oplossing van het probleem. Het gevolg was dat Addie in februari naar een internationale privéschool in Vlaanderen werd gestuurd. Een school met een internaat.

Addie was ten einde raad, maar haar ouders luisterden niet. Het maakte niet uit wat ze zei. Schandalen moesten worden voorkomen, haar vader had een belangrijke baan, zij wisten wel wat goed voor haar was en later zou ze hen wel dankbaar zijn, zo was hun zogenaamd triviale redenering.
Omdat ze inzag dat er niets aan te doen was, sloeg haar stemming om. Ze was weg uit Almere en weg bij haar ouders. Prima. Vanaf nu zou ze zelf bepalen hoe het verder ging. Addie deed zo haar best op de nieuwe school dat ze binnen twee jaar haar diploma haalde en begin juni terugkwam naar Almere. Ze had zich in januari al ingeschreven in Maastricht voor de opleiding muziek. Ze speelde uitstekend piano en ze schreef eigen muziek en teksten.

Haar vader zei eind mei dat hij met haar wilde praten over haar toekomst. Haar moeder was al aan de keukentafel gaan zitten. Daar gaan we weer, dacht Addie.
“Ik heb alle opleidingsmogelijkheden voor jou eens bekeken”, zei hij. “Een internationale studie lijkt mij voor jouw toekomst het beste. Internationaal recht, internationale betrekkingen, of zoiets.” Hij legde een pak brochures van universiteiten in Engeland, Zwitserland en zelfs de Verenigde Staten op tafel en zei: “Kies maar. Lees het goed door. Ik hoor wel wat het wordt.”
“Dan kun je lang wachten, pap, want ik ga naar Maastricht om muziek te studeren. In ieder geval piano en zang. Ik doe volgende week auditie.”
“Dat gaat niet gebeuren”, bulderde haar vader. Hij zag de toekomst die hij voor zijn dochter had uitgestippeld, van het ene op het andere moment verdampen. Addie schrok van het agressieve en afwijkende gedrag van haar vader, maar was niet van plan om toe te geven.
“Het gaat om jouw toekomst, schat”, zei haar moeder, die op het punt stond om in huilen uit te barsten.
“Precies. Het gaat om mijn toekomst en die is niet van jullie. Ik ben negentien, ik weet wat ik wil en besluit zelf wat ik doe. Ik heb me ingeschreven en ik ben zo goed dat ik zeker zal worden toegelaten. Jullie kunnen daar niets meer aan doen, zelfs niet als je jouw vriendjes inschakelt, pap, want dan ga ik in de supermarkt werken in Maastricht.”

Er viel een lange, diepe stilte.
Addie’s moeder liep naar de keuken om koffie te zetten, maar eigenlijk vluchtte ze weg van wat ze niet wilde zien en niet wilde horen.
Addie nam zelf het woord toen de koffie op tafel stond. “Het is mijn leven. Ik bepaal wat ik met dat leven doe. Jullie hebben mij zonder enig overleg van Mechelen naar Almere gesleurd. Ik ben hier nooit gelukkig geweest en jullie hebben er alles aan gedaan om de verbinding met Limburg te verbreken. Ik vind dat ik gedumpt ben op een internaat. Het zal allemaal wel goed bedoeld zijn, maar mij is nooit iets gevraagd. Ik doe wat ik wil en het zou fijn zijn als jullie mij daarin willen steunen.”
Haar vader stond op, sloeg zonder waarschuwing keihard met zijn vlakke hand op tafel, zodat twee koffiekopjes omvielen en de koffie over de tafel liep. Hij bleef nog even staan, draaide zich om en ging vervolgens naar zijn studeerkamer.

weg
In den ouden Vogelstruys

“Adeline, kijk nou toch wat je doet”, jammerde haar moeder, die al naar de keuken was gelopen om een doekje te halen.
“Ik heet Addie en ik doe niets. Vraag je maar eens af wat je met mij hebt gedaan. Morgen ga ik pakken en vertrek ik naar Maastricht. Ik heb een studielening aangevraagd en ga de hele zomer werken in de Vogelstruys2. Maak je geen zorgen over waar ik overnacht, want ik kan bij familie en vrienden overnachten tot ik een kamer heb.”
“En dan ga je naar die Sjeng en ben je binnen de kortste keren zwanger”, riep haar moeder vol afgrijzen.
Addie begon te lachen en bleef lachen. Ze lachte zo hard dat haar vader de deur van de studeerkamer opende, in de deuropening bleef staan en vroeg wat er te lachen was, in de hoop dat het allemaal goed zou komen.
“Toe mam”, zei Addie. “Ik ben negentien en heb met verschillende jongens gevreeën, maar wel veilig. Ik maak niet dezelfde fout als jullie en zo fout was dat nou ook weer niet, want anders had ik hier niet gezeten.” Dat de werelden van Addie en haar ouders ver uit elkaar lagen, bleek wel uit de verbijstering die van de gezichten van beider ouders afspatte. Haar vader keerde zich om en trok teleurgesteld en machteloos de deur weer achter zich dicht.

Addie vertrok naar Maastricht, waar ze succesvol piano en zang studeerde en vervolgens een tweede master haalde voor compositie. Tijdens haar studie werkte ze in het begin nog in verschillende gelegenheden in Maastricht tot ze kon leven van de muziek en van de muzieklessen die ze gaf. De koppigheid die ze van haar vader had geërfd, had haar gebracht waar ze wilde zijn.
Sjeng was nooit meer in beeld geweest. Ze had al jaren een leuke, lieve vriendin, Gaby en ze woonden in Maastricht.
Gaby en Addie speelden samen in een band met de veelzeggende naam “Because” en traden al enkele jaren op. Eerst in Zuid-Limburg, maar al snel landelijk, in Vlaanderen en in Duitsland. Addie gebruikte haar voornaam Adeline als artiestennaam en was de sturende factor van de band.

Het contact met haar ouders was min of meer hersteld, maar het leed dat ze hen in hun beleving had aangedaan, had wonden geslagen. Ze hadden haar destijds financieel in de steek gelaten en waren een paar maanden van slag geweest over het feit dat ze een relatie met een meisje had. Naarmate de band “Because” bekender werd, hadden haar ouders er steeds meer van meegekregen, maar ze lieten niets van zich horen.

Twaalf jaar na haar verhuizing naar Almere, trad Adeline met de band op in Amsterdam. Ze had haar ouders gebeld en hen uitgenodigd om backstage te komen kijken en op een gereserveerde plaats bij het optreden bij te wonen. Na wat heen en weer gepraat hadden ze er mee ingestemd.
De volgende dag waren Addie en Gaby met hun een jaar oude tweeling naar Addie’s ouders in Almere gereden, waar Addie in ruim zeven jaar ervoor niet meer was geweest. Ze waren uitgenodigd door haar ouders.

 

 

Meander

“Ik wil hier weg”: © Meander; Almere; 7 mei 2018.
Voetnoten:
1 Almere Hout: Almere Hout
2 Vogelstruys: In den Ouden Vogelstruys  
3 De Groene Kathedraal: De Groene Kathedraal
Foto’s:
Almere: Internet; Floriade
Mechelen: Internet
Groene Kathedraal: VVV Almere
Vogelstruys: Internet
“Ik wil hier weg” is het verhaal van Addie. Addie verhuisde met haar ouders naar Almere en vond het helemaal niets. Ze wilde terug. Een verhaal in het kader van Almere mijn Thuis”, het thema van “Suburbia in de Buurt”, een project van theatergroep Suburbia.
Namen, plaatsen, opleidingen en meer elementen zijn gewijzigd. Of Addie een man of een vrouw is? Het verhaal berust op waarheid.
 

6 gedachten over “Ik wil hier weg!

    1. Zeker, maar aan het einde weet je het niet zeker, maar ze zijn wel uitgenodigd. Hoe moeilijk moet het voor ouders zijn om in te zien dat het wellicht anders had gemoeten?

Geef een reactie