De Kraai

De Kraai

Nerveus en schichtig waren de bewegingen van de in het zwart gehulde straatvogel. Zijn toekomst lag in het verleden en overleven was zijn dagelijkse niet aflatende bezigheid. Op zoek naar eten, en passant speurend naar glimmende muntjes die hij dacht te kunnen gebruiken.

Al speurend dook hij van het perron op het spoor, maar niet na goed te hebben gekeken of er een trein aankwam. Hij pakte de tien eurocent en dacht: beter dan niets. Hij had al drie muntjes weggepakt van het spoor. Muntjes die slordige passagiers van het perron hadden laten vallen. Nog drie perrons, dacht de magere, zwarte, voorovergebogen, straatervaren, donkere gedaante.
Zijn scherpe blik gleed langs de rails. Hij geloofde zijn ogen niet, lag het daar echt? Wat een buitenkans. Scherp om zich heen kijkend of niemand anders het had gezien en er geen bemoeizuchtigen op de kust waren, dook hij nogmaals op het perron. Hij had het goed gezien, een twee-euromunt. De trein had hij niet gezien.

Ternauwernood ontsnapte hij aan de vermorzelende wielen van de intercity die net op gang was gekomen. Hij draaide zich om en zag twee hem zeer bekende mannen van de spoorwegpolitie staan. Hij deed een vergeefse poging om weg te rennen, maar ze hielden hem vast en namen hem mee. Eenmaal in het kantoortje van de spoorwegpolitie doorzochten ze zijn zakken, pakten hem alles af en deden het in een plastic zak waar ze een sticker op plakten met een nummer en een naam. Een van de twee schreef een zinloze bekeuring uit aan een adres van het Leger des Heils, waar de Kraai zelden kwam. Een bekeuring op naam van een vriend die jaren geleden was overleden. Een identiteitsbewijs had hij niet en de spoorwegpolitie dacht inmiddels te weten wie hij was. Dat ze de bekeuring nooit verzonden, omdat het zinloos was, wist de Kraai niet.

Hij was niet ontevreden over de aanhouding, want ze gaven hem een kop koffie en hij kreeg twee oliebollen die over waren van oudjaar. De twee agenten praatten nog even met elkaar en stonden na vijf minuten op. Ze brachten hem naar het plein voor het station en gaven hem het zakje waar zijn spullen in zaten. Beiden glimlachten en de grootste van de twee zei: “Gelukkig nieuwjaar en tot de volgende keer, Kraai.”

De Kraai wiens leven al jaren voorbij leek te zijn, opende het zakje en wilde de spullen in zijn zakken stoppen. Verbijsterd keek hij naar de twee briefjes van tien euro die hem liggend op zijn schamele bezittingen aanstaarden.

 

Meander

 

“De Kraai”: © Meander; Almere; 2 januari 2019.

Foto Kraai op Rails: © Meander; Almere; 5 januari 2019.


“De kraai” is het verhaal van een overlever die zijn toekomst in het verleden heeft achtergelaten. Een kort verhaal, geschreven naar aanleiding van het zien van een man die op zoek was naar geld op de rails.

 

3 gedachten over “De Kraai

  1. Ik geef niet vaak geld aan een dakloze of bedelaar………..maar ik zou dit ook gedaan hebben, en een warme maaltijd voorgezet hebben……….ook hij heeft recht op een beetje warmte in deze tijd…..

  2. Een mooi verhaal waarbij spanning en opluchting elkaar afwisselen.
    Mooi gevonden: ‘straatvogel’ en ‘toekomst lag in het verleden’
    Verdrietig dat nog nog zoveel mensen, jong en oud, moeten leven zoals Kraai.
    In mijn gedachten gaat dit verhaal op verschillende manieren verder, maar steeds met een goede afloop: een nieuwe toekomst. (geloven in sprookjes?)

Geef een reactie